
De Carnaval is weer achter de rug, de confetti is op, de schminck weer opgeruimd, tijd voor een assekruisje. En daarna natuurlijk de grote schoonmaak. Daar heeft deze boerin 40 dagen voor uitgetrokken, want met pasen moet alles weer spik en span zijn.

Helaas is het zo dat als ik daar nu mee begin, ik de week voor pasen weer opnieuw kan beginnen.

We beginnen dus maar gewoon met het dagelijks werk en als we nog tijd over hebben (als God het beliefd?) kunnen we de zolder boven opruimen (carnavalskleren terugstoppen in de doos). Of eerst ramen lappen (het is tenslotte prachtig lenteweer) of de tuin opruimen, bedden verschonen, of de schuur uitvegen, of de badkamer soppen, of aardappels schillen, of de stapel post wegwerken, de koelkast schoonmaken, of een machine was aanzetten, offe….een strakke planning maken zodat alles aan de beurt komt. We beginnen gewoon met waar we het eerste overheen vallen….

Of wat we het eerste kwijt zijn. Mijn muts bijvoorbeeld. Als ik naar achter ga (naar de stal) zet ik altijd een muts (winter) of pet (lente, maar dat is het dus nog niet) op.
Koeien en kalveren hebben een fris klimaat nodig, maar deze boerin hoeft niet zo nodig. Als ik even binnen moet zijn leg ik die muts op de diepvries, en daar ging het fout. Even later was de muts kwijt. Achter de diepvries gevallen, natuurlijk.
Mijn boer erbij gehaald en wat bleek: de sleutel van de achterdeur, verschillende pennen, één sok, poppetje van kabouter kwebbel, haar-elastiekjes, notitieblaadjes met inmiddels onleesbare notities en veel stof en spinrag. En twéé mutsen! Ha!

Vandaag dus de achterbouw helemaal gesopt. En ja, zelfs onder de diepvries. En de deuren van de afkalfstal en de melkstal. Erg he.